Logo

ABCD-model

Grensoverschrijdend en agressief gedrag kan ook onderverdeeld worden op basis van het ABCD-model. Het ABCD-model onderscheidt vier typen gedrag: A, B, C en D gedrag.

A-gedrag is op zichzelf gericht. Kenmerkend voor A-gedrag is zeuren, het slachtoffer spelen, begrip vragen, een uitzondering vragen, etc. ‘Ik heb altijd pech.’, ‘Kan je geen uitzondering maken voor mij.’

B-gedrag is gericht op de organisatie of het beleid. ‘Jullie kunnen niks.’, ‘Jullie altijd met jullie regels.’

C-gedrag is op jou als persoon gericht: ‘Jij kunt niks’, jij gaat dat nu voor mij regelen anders, … !’

D-gedrag is (dreigende) fysieke agressie op jou gericht. ‘Dadelijk sla ik je voor je kop’, duwen, beetnemen, slaan, spugen, etc.